Trauma

trau·ma (de/het; v(m) en o; meervoud: trauma’s, traumata)
1. Verwonding
2. (psychologie) een hevige geestelijke aandoening die een stoornis veroorzaakt.


Ik staar naar het behandelplan dat ik net heb afgerond.
Het voelt niet afgerond.
Uiteindelijk klap ik mijn laptop dicht met het besluit mijn bedenkingen te bespreken met de cliënt in kwestie.

Het woord waar ik over struikel is ‘trauma’. Het voelt als het dragen van een kriebelende trui met mouwen die nét iets te kort zijn.
Wanneer men van trauma spreekt? Daar hebben classificatiesystemen zoals de DSM-5 of de ICD-10 iets over te zeggen.
De uitkomsten van psychologische onderzoeken, met goed uitgedachte vragenlijsten beslissen mee.
En ervaren, hoogopgeleide doch uiteindelijk subjectieve mensen mengen zich in de discussie.
En misschien ook de cliënt zelf, die zijn klachten uitdrukt en er betekenis aan geeft, lijden aan verbindt.

Tussen de eerste ontmoeting en het prille opbloeien van de therapeutische relatie tijdens de eerste sessies had al een zachtaardige transformatie plaatsgevonden.
In de intake was er sprake van het neerleggen van een ingewikkeld verleden dat nu dagelijks voelbaar was, iets dat tegenhield.
Een oceaan van verdriet en lijden waar de toegang gevoelsmatig tot ontzegd was.

Trauma. Een passend woord misschien, in het adequaat beschrijven van de toestand waar de cliënt zich in bevond.
Een kriebelige trui wanneer we stilstaan bij het effect van het behandelplan op de behandeling.
Een kriebelige trui wanneer we kijken naar hoe we inmiddels in overeenstemming besloten hadden samen te werken.
Wij hadden het tempo omlaag gebracht, het moeten eraf gehaald, zachtheid en mildheid toegevoegd.
We hadden ‘ik moet direct iets bereiken in deze therapie’ ingewisseld voor ‘we gaan ruimte bieden aan wat er is’.
Mijn kriebelige trui gevoel wijst op een dissonantie tussen het behandelplan en het pad dat wij in onze korte samenwerking zijn gaan bewandelen.

Het woord blijft prikken in een hoekje van mijn gedachten. In een rustig moment deel ik mijn gedachtenproces met een collega;
ik deel mijn gedachten over het effect van diagnoses en van de specifieke verwoording van klachten op de intelligente en gevoelige cliënt.
Zij reikt mij een passende trui aan, zomaar uit het niets. “Veiligheid.” Zegt ze.

Mijn cliënt leest later het behandelplan, doet de trui aan en verzucht ‘ja, hier gaat het om’.

“De criteria voor posttraumatische stressstoornis (PTSS) zijn aanzienlijk veranderd met de nieuwste editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) van de American Psychiatric Association (APA). Veranderingen in de diagnostische criteria van de DSM-IV naar de DSM-5 zijn onder andere: de verplaatsing van PTSS van de categorie angststoornissen naar een nieuwe diagnostische categorie “Trauma en Stressor-gerelateerde stoornissen”, het wegvallen van de subjectieve component van de definitie van trauma, de explicatie en aanscherping van de definities van trauma en blootstelling aan trauma’s, de toename en aanscherping van de symptoomcriteria en veranderingen in aanvullende criteria en specificatoren (Pai, A., Suris, A. & North, C., 2017).” Lees hier meer over hoe deze wijzigingen in de DSM 5 (2013) van invloed zijn op de conceptualisering van PTSS.

Pai, A., Suris, A., & North, C. (2017). Posttraumatic Stress Disorder in the DSM-5: Controversy, Change, and Conceptual Considerations.Behavioral Sciences, 7(4), 7. doi:10.3390/bs701000

American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders (5th ed.). Washington, DC: Author.

Leonie der Kinderen
Leonie der Kinderen

Het is ingewikkeld om te delen over het therapeutische proces van een ander. Ik maak er onderdeel van uit, leer ervan, word erdoor geraakt, doch het is niet van mij. Het schrijven over elementen in een behandeling en dit delen met de cliënt in kwestie is net als het behandelplan een test in empathie, luisteren en transparantie. Binnen Centrum Vaktherapie te Maastricht is er ruimte voor dit proces.

Lees meer